GroenLinks wil dat het CPB en het RIVM samen een duurzaam alternatief uitwerken voor de Tweede Maasvlakte. Aanleg van de Tweede Maasvlakte is een doodlopende weg. Het kabinet en de coalitie moeten nu breken met de cultuur van het kritiekloos doorgaan met megaprojecten.

De risico's en onzekerheden van een doorstart zijn zo groot dat een exit-strategie noodzakelijk is. De Kamer kan de planbureaus vragen alternatieven door te rekenen.

Van begin af aan is de Tweede Maasvlakte met risico's en onzekerheden omgeven. Deze zijn door de verrassende uitspraak van de Raad van State fors toegenomen. Kabinet en coalitie lieten zich te veel meeslepen in de havenlobby voor meer bedrijfsterrein. In Amsterdam heeft dit al geleid tot het fiasco van de nieuwe Ceres-containerterminal, die letterlijk staat weg te roesten.

In de politieke cultuur rond megaprojecten, ook aan de kaak gesteld door de commissie Duivesteijn, is er onvoldoende ruimte voor kritiek. Het kabinet en de regeringspartijen, waren blind voor de bezwaren, die de Raad van State nu volmondig heeft bevestigt. Het is een enorme winst dat wet en regelgeving die gemaakt is om natuur te beschermen, eindelijk zijn werk doet. Die winst moet verder verzilverd worden.

 Minister Peijs en haar voorgangers hebben hun huiswerk gewoon erg slecht gedaan. De Raad van State heeft grote gaten in de plannen geschoten. Het stoppen van die gaten levert veel extra risico’s en ook grote financiële onzekerheden op. Voorlopig heeft het kabinet het lek niet boven en is de Kamer het aan haar stand verplicht om te zorgen dat er ook een exit-strategie wordt ontwikkeld.

GroenLinks wil dat er een duurzaam alternatief in beeld gebracht wordt voor de ruim 2 miljard euro aan publieke investeringen. CPB en RIVM dienen hierin het initiatief te nemen. Laat hen voorstellen ontwikkelen en doorrekenen, die meer perspectief bieden op de versterking van zowel de economie als het milieu in de Rijnmond regio (of daarbuiten). Bij de mogelijke alternatieven moet dus niet alleen gekeken worden naar alternatieve locaties, maar vooral naar manieren om de economie duurzaam te versterken, zonder grootschalige aantasting van natuur. Wellicht leveren dergelijke initiatieven nog meer werk op dan een forse investering in de geautomatiseerde en dus arbeidsextensieve containersector. Na Amsterdam dreigt anders ook Rotterdam zijn eigen havenfiasco te krijgen.

Wijnand Duyvendak